VB2 – toets 1

Varend op het IJsselmeer peilt u op het stuurkompas de kerktoren van de grote kerk van Volendam op 240°. De voorliggende kompaskoers is 180° (Zuid). De variatie is 2° west. Wat is de ware peiling?

De variatie is afhankelijk van de:

In het Global Positioning System (GPS) is een ‘waypoint’:

Om met behulp van de getijtafels voor Nederland uitgave RWS de rijzing boven het reductievlak LLWS bij hoog- of laagwater te kunnen berekenen wordt in deze getijtafels de afstand tussen NAP en LLWS gegeven. Deze afstand is:

Wat is de minimale veilige hoogte voor een zeereling aan boord van een klein schip. Dit is:

Springtij komt in Nederland voor ongeveer:

Waarop moet men bedacht zijn bij de nadering van een onweersbui?

Als in de zomer op onze kust een noordenwind staat wat voor een luchtsoort zal dan aangevoerd worden?

Een luchtsoort krijgt zijn speciale eigenschappen door:

Bij een koufront:

Een frontvlak is de overgangszone tussen:

Artikel 28 SRW. Een ‘bovenmaats zeeschip’ is ‘s nachts te herkennen aan de volgende extra lichten:

Tegen de betonningsrichting in varend in het Maritiem Betonningsstelsel systeem A nadert u een ton die er als volgt uitziet: stomp van vorm, rood-groen-rood horizontaal gestreept met een rode cilinder als topteken. Om het hoofdvaarwater te volgen moet u deze ton:

Tegen de betonningsrichting in varend in het Maritiem Betonningsstelsel systeem A liggen aan bakboordzijde van uw schip:

Op de Waddenzee varend treft u een boei aan waarvan het topteken verdwenen is. Het bovenste deel van de boei is geel en het onderste deel is zwart geschilderd. Welk topteken hoort op deze boei te staan?

Artikel 46 SRW. Wat betekent het als op de radartoren te Vlissingen een geel schitterlicht wordt getoond?

Artikel 6 SRE. Indien een zeilschip met een lengte van minder dan 12 meter de volgens de Internationale bepalingen BVA voorgeschreven navigatieverlichting niet kan voeren kan het in het SRE-gebied volstaan met:

Varende in het SRE-gebied, ziet u het hiernaast afgebeelde verbodsteken. Dit verbodsteken betekent:

Artikel 18 SRE. Schepen die varen in een vaarwater dat over de gehele lengte betond is, hebben voorrang boven:

Voorschrift 37 BVA. U nadert een ‘klein’ werktuiglijk voortbewogen schip motorjacht. Op dat motorjacht staat aan dek iemand met uitgestrekte armen langzaam op en neer te zwaaien. Dit is een:

Voorschrift 35 BVA. U hoort tijdens beperkt zicht het geluidssein ____ – – – één lange stoot gevolgd door drie korte stoten. Dit is een:

Voorschrift 17 BVA. Ingevolge voorschrift 8 mag elk schip tijdig maatregelen nemen ter vermijding van aanvaring. Indien we verwachten dat een zeer groot schip niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen moeten we zelf maatregelen nemen ter vermijding van aanvaring. Hierbij mogen we in ieder geval niet:

Voorschrift 27 BVA. In dit voorschrift staan de lichten en dagmerken vermeld die onmanoeuvreerbare en beperkt manoeuvreerbare schepen moeten voeren. Deze verplichting geldt niet:

Voorschrift 27 BVA. U ziet nevenstaande verlichting. Dit is een:

U verlaat op 14 augustus de haven van West-Terschelling in zuidelijke richting. Op 12 augustus stond de maan in het EK. U wenst over de ‘Grote Plaat’ naar de ‘Slenk’ te varen. U leest in de kaart als dieptecijfer _07 droogvalling waar u moet passeren. De diepgang van uw schip bedraagt 1 m. De getijgegevens, vermeld in de hydrografische kaart, ziet u hier ook. Hoeveel water onder de kiel mag u, op het moment van hoogwater, verwachten op de hier aangegeven plaats?