Dit document is bedoeld om je optimaal voor te bereiden op het examen. Zowel het examen, als deze studiestof, zijn gebaseerd op de wettelijk vastgestelde eindtermen en toetstermen.
De mate waarin iedere toetsterm moet worden beheerst (‘beheersniveau’) wordt aangegeven met letters:
- Kennis
- K (=Kennis);
- Kennis zijn de weetjes. Je hoeft het niet te begrijpen maar wel kunnen reproduceren.
- B (=Begrip);
- Bij begrip heb je de eigenschap om de samenhang tussen de weetjes te kennen.
- K (=Kennis);
- V (=Vaardigheid);
- Vaardigheden worden ontwikkeld – én constant verbeterd – door oefening en praktische ervaring wordt je goed voorbereid op het examen.
- C (=Competentie)
- Competenties zijn een combinatie van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten die ervoor zorgen dat je jouw werk beter kunt uitvoeren.
Wij geven zoveel als mogelijk voorbeelden uit de praktijk waarbij zowel de kennis, de integriteit, het professioneel gedrag en de adviesvaardigheden van een adviseur in de financiële dienstverlening aan bod komen, zodat je goed bent voorbereid op het examen.
Het examen wordt digitaal afgenomen. Je hebt 90 minuten de tijd om 32 vragen te beantwoorden. De vragen zijn onderverdeeld in:
- 15 vragen kennis en begrip (15 punten)
- 15 vragen vaardigheden en competenties (30 punten)
- 2 vragen professioneel gedrag (4 punten).
De slaaggrens is landelijk vastgesteld op 68% van het aantal te behalen punten.
Slaag je voor het examen, dan ontvang je van het exameninstituut het certificaat ‘Wft Consumptief Krediet’. Dit certificaat geeft samen met het certificaat ‘Wft Basis’ recht op het Wft-diploma ‘Adviseur Consumptief Krediet’.
Wij wensen je veel succes en plezier bij de bestudering.