0 van 25 Vragen voltooid
Vragen:
Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
Toets afgerond. Resultaten worden opgeslagen.
0 van 25 Vragen correct beantwoord
Uw tijd:
De tijd is verstreken
U heeft 0 van de 0 punt(en) bereikt, (0 )
Behaalde punt(en): 0 of 0 , (0 )
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0 )
Gemiddelde score
Uw score
Hieronder kan je de examenvragen nakijken waarbij een uitgebreide uitleg verschijnt.
Helaas, je bent niet geslaagd voor deze toets.
Advies: Maak deze toets direct nog een keer, nadat je hieronder de vragen met uitleg hebt bekeken. Zorg ervoor dat je de fouten goed doorneemt voordat je de toets opnieuw start.
Gefeliciteerd!
Je hebt deze toets met succes afgerond.
Bekijk hieronder je antwoorden of start een nieuwe toets.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Vraag 1 van 25
2 punt(en)
Wat wordt bedoeld met een bovenmaats zeeschip?
Vraag 2 van 25
2 punt(en)
Aan boord van een polyester jacht mag u er van uitgaan, dat de deviatie van het kompas – als het niet in de buurt van het scheepsmetaal of elektronica is opgesteld – gelijk is aan:
Vraag 3 van 25
2 punt(en)
Varende in het SRE-gebied, ziet u het hiernaast afgebeelde gebodsteken. Dit gebodsteken betekent:
Vraag 4 van 25
2 punt(en)
Hierboven afgebeeld symbool staat in de hydrografische kaart uit de 1800-serie.
Wat betekent dit symbool?
Vraag 5 van 25
2 punt(en)
U ziet een klein motorschip varen. Deze heeft de volgende verlichting: zijdelichten, verenigd in een lantaarn, met aan stuurboord het rode licht en aan bakboord het groene licht. Boven de zijdelichten is een rondomschijnend wit licht te vinden.
Is dit in overeenstemming met de voorschriften volgens het Scheepvaartreglement Westerschelde (SRW)?
Vraag 6 van 25
2 punt(en)
Er ligt een obstakel aan de oostzijde van een cardinale boei.
Welke boei is dat?
Vraag 7 van 25
2 punt(en)
Artikel 17 SRW. Wanneer één van beide schepen verplicht is uit te wijken, dan moet het andere schip:
Vraag 8 van 25
2 punt(en)
U neemt met een verrekijker met ingebouwd pelikompas een peiling van een punt op de wal terwijl u op het voordek van een polyester jacht staat. Volgens de deviatietabel van uw vaste stuurkompas heeft u een deviatie van 2 graden met de voorliggende koers.
Moet u tijdens het gebruik van uw kompas rekening houden met het stuurkompas?
Zo ja, hoe groot is deze?
Vraag 9 van 25
2 punt(en)
U ziet een schip dat het hier afgebeelde dagmerk zwarte cylinder voert. Dit is een:
Vraag 10 van 25
2 punt(en)
Vanaf de havenuitgang van Stavoren stuurt u kompaskoers 237°. Er staat een matige zuidenwind. De drift wordt geschat op 5°. De variatie is 4° west en de deviatie bij de voorliggende kompaskoers is – 6°.
Wat is de koers die in de kaart moet worden afgezet om de gegiste positie in de kaart te kunnen bijhouden?
Vraag 11 van 25
2 punt(en)
U vaart in het hoofdvaarwater waar het Betonningsstelsel IALA-A van toepassing is. U vaart hierbij tegen de betonningsrichting in en ziet een boei met het volgende uiterlijk: Rppd met in het midden een groen horizontale band, een rode cilinder als topteken.
Kunt u met de informatie op de boei bepalen hoe u moet varen om het hoofdvaarwater te blijven volgen?
Indien ja, hoe passeert u de boei?
Vraag 12 van 25
2 punt(en)
De ware koers is 180 graden, de variatie 2 graden west. Gebruik voor de vraag de bijgevoegde stuurtafel.
Wat is de kompaskoers in dit geval?
Vraag 13 van 25
2 punt(en)
In het Maritiem Betonningsstelsel systeem A heeft een lichtboei ten zuiden van een te markeren gevaar het volgende lichtkarakter:
Vraag 14 van 25
2 punt(en)
Springtij komt in Nederland voor ongeveer:
Vraag 15 van 25
2 punt(en)
In Nederland, op plaatsen met een dagelijkse getijwerking ligt het reductievlak LLWS:
Vraag 16 van 25
2 punt(en)
De variatie op een bepaalde plaats op aarde is:
Vraag 17 van 25
2 punt(en)
Stroomatlassen verstrekken informaties over richting en snelheid van getijdestromen.
Zij doen dit voor de volgende tijdstippen:
Vraag 18 van 25
2 punt(en)
Artikel 15 SRE. Met uitzondering van bepaalde watergedeelten die door de bevoegde autoriteiten zijn vastgesteld, moet in het vaarwater zoveel mogelijk aan de rechterzijde worden gevaren.
Dit is:
Vraag 19 van 25
2 punt(en)
U ziet nevenstaande verlichting. Dit is een bakboord zijaanzicht van een:
Vraag 20 van 25
2 punt(en)
Voorschrift 26 BVA. U ziet nevenstaande verlichting. Dit is een bakboord zijaanzicht van een schip dat bezig is met de uitoefening van de:
Vraag 21 van 25
2 punt(en)
Polaire lucht is afkomstig uit:
Vraag 22 van 25
2 punt(en)
Het Betonningsstelsel IALA-A is in het vaarwater waar u vaart van toepassing. U vaart waarbij u de rode boeien aan stuurboordzijde houdt. U gaat stuurboord uit en krijgt de groene boeien aan stuurboordzijde. Onderweg komt u de volgende boei tegen: rood, met een groene horizontale band in het midden en een rode cilinder als topteken.
Door welk vaarwater en in welke volgorde vaart u?
Vraag 23 van 25
2 punt(en)
Op de Waddenzee komen twee betonde vaargeulen bij elkaar. Er is gevaar voor aanvaring tussen klein motorschip A en klein motorschip B.
Wat bepaalt het reglement in deze situatie?
Vraag 24 van 25
2 punt(en)
U ziet in de hydrografische kaart het hier afgebeelde teken. Dit betekent:
Vraag 25 van 25
2 punt(en)
Maak bij de volgende vraag gebruik van de deviatietabel. U vaart naar Den Helder vanuit de Veerhaven ‘t Horentje. U zet hiervoor een rechte koers vanaf de haveningang naar de westcardinale boei MH4M1. De stroomrichting is 290 graden en de stroomsnelheid ligt op 0,8 mijl per uur. De log snelheid is berekend op 6 knopen.
Hoeveel minuten bent u met deze vaartocht onderweg?
Noteer het antwoord in getallen.