Toets Summary
0 of 25 Vragen completed
Questions:
Information
You have already completed the toets before. Hence you can not start it again.
Toets is loading…
You must sign in or sign up to start the toets.
You must first complete the following:
Results
Results
0 of 25 Vragen answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Average score |
|
Your score |
|
Categories
- bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, bva, vaarbewijs 2 0%
- Eemsmonding, Het scheepvaartreglement, SRE, vaarbewijs 2 0%
- Elementaire, Meteorologie, vaarbewijs 2 0%
- Het scheepvaartreglement, SRW, vaarbewijs 2, Westerschelde 0%
- het-maritiem-betonningsstelsel-systeem, vaarbewijs 2 0%
- Horizontale, Verticale, Waterbewegingen 0%
- Koers en plaatsbepaling 0%
- Koers en plaatsbepaling, vaarbewijs 2 0%
- reisvoorbereiding, vaarbewijs 2 0%
-
Hieronder kan je de examenvragen nakijken waarbij een uitgebreide uitleg verschijnt.
-
Helaas, je bent niet geslaagd voor deze toets.
Advies: Maak deze toets direct nog een keer, nadat je hieronder de vragen met uitleg hebt bekeken. -
Gefeliciteerd!
Je hebt deze toets met succes afgerond.
Bekijk hieronder je antwoorden of start een nieuwe toets.
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- Current
- Review
- Answered
- Correct
- Incorrect
-
Vraag 1 of 25
1. Question
1 point(s)Om de deviatie van uw kompas te bepalen, maakt u gebruik van een lichtenlijn. Varende in de lichtlijn geeft het stuurkompas een koers aan van 214°. In de kaart staat bij de lichtenlijn 216°. De variatie ter plaatse is 4° west. Wat is de deviatie bij de voorliggende kompaskoers?
CorrectIncorrect -
Vraag 2 of 25
2. Question
2 point(s)Varend op het IJsselmeer peilt u met behulp van het stuurkompas de vuurtoren van Marken ( Oc.8s) op 178°. De voorliggende kompaskoers is 135°. De variatie is 4° west. Wat is de ware peiling?
CorrectIncorrect -
Vraag 3 of 25
3. Question
3 point(s)Varende op de Oosterschelde stuurt u een kompaskoers van 156°. Er staat een westenwind. U schat de drift op 6°. Voorts wordt u door de vloedstroom 8° over bakboord weggezet. De variatie is 3° west. Welke koers zet u in de kaart om uw bestek bij te houden?
CorrectIncorrect -
Vraag 4 of 25
4. Question
1 point(s)De variatie op een bepaalde plaats op aarde is:
CorrectIncorrect -
Vraag 5 of 25
5. Question
2 point(s)Bij getijdewater kan men de grootste stroomsterkte verwachten bij:
CorrectIncorrect -
Vraag 6 of 25
6. Question
3 point(s)Het hoogteverschil tussen hoogwater en het eerstvolgende laagwater noemt men:
CorrectIncorrect -
Vraag 7 of 25
7. Question
1 point(s)Het getij in Nederland wordt in hoofdzaak bepaald door de aantrekkingskracht tussen de aarde en de zon en de aarde en de maan. Welke is het grootst:
CorrectIncorrect -
Vraag 8 of 25
8. Question
2 point(s)Een meridiaan in de kaart verbindt punten van gelijke:
CorrectIncorrect -
Vraag 9 of 25
9. Question
3 point(s)
In de hydrografische kaart is als dieptecijfer voor een bepaalde plaats bovenstaande afbeelding aangegeven. Dit betekent:CorrectIncorrect -
Vraag 10 of 25
10. Question
1 point(s)
U ziet in de hydrografische kaart het hier afgebeelde teken. Dit betekent:CorrectIncorrect -
Vraag 11 of 25
11. Question
2 point(s)Bij een warmtefront:
CorrectIncorrect -
Vraag 12 of 25
12. Question
3 point(s)Wat zijn de karakteristieken van ‘Afrikaans tropische lucht’? Dit zijn:
CorrectIncorrect -
Vraag 13 of 25
13. Question
1 point(s)Artikel 9 SRE. Hoe zijn in het SRE ankerboeien van drijvende werktuigen overdag aangegeven:
CorrectIncorrect -
Vraag 14 of 25
14. Question
2 point(s)
Varende op de Waddenzee ziet u een boei met het volgende topteken. Veilig vaarwater bevindt zich:CorrectIncorrect -
Vraag 15 of 25
15. Question
3 point(s)Bij een splitsing van vaarwateren van gelijke betekenis heeft een scheidingsboei in het Maritiem Betonningsstelsel systeem A de volgende kleuren:
CorrectIncorrect -
Vraag 16 of 25
16. Question
1 point(s)Artikel 6 SRW. Als in een vaarwater waar stroom loopt, schepen elkaar met tegengestelde koersen naderen bij een engte, bocht of aanlegplaats die zo nauw is dat gelijktijdige doorvaart gevaar voor aanvaring kan opleveren, dan moet het:
CorrectIncorrect -
Vraag 17 of 25
17. Question
2 point(s)Artikel 6 SRW. Als in een vaarwater over stil water schepen elkaar met tegengestelde koersen naderen bij een bocht waarvan de doortocht zo nauw is dat het tegelijkertijd doorvaren gevaar voor aanvaring kan opleveren, dan moet het:
CorrectIncorrect -
Vraag 18 of 25
18. Question
3 point(s)Voorschrift 24 BVA. Een werktuiglijk voortbewogen schip dat sleept en waarvan de lengte van de sleep korter dan 200 meter is, moet voeren:
CorrectIncorrect -
Vraag 19 of 25
19. Question
1 point(s)Voorschrift 23 BVA. Een werktuiglijk voortbewogen schip, korter dan 50 meter, is verplicht te voeren:
CorrectIncorrect -
Vraag 20 of 25
20. Question
2 point(s)Voorschrift 23 en 25 BVA. Een zeilschip met een lengte van 10 meter waarbij tevens in aanmerking genomen wordt, dat dit zeilschip eveneens op de motor moet kunnen varen, moet volgens de BVA minimaal uitgerust zijn met de volgende combinatie van navigatielichten:
CorrectIncorrect -
Vraag 21 of 25
21. Question
3 point(s)Voorschrift 18 BVA. Een werktuiglijk voortbewogen schip en een schip dat bezig is met de uitoefening van de visserij naderen elkaar met kruisende koersen zodanig, dat gevaar voor aanvaring bestaat. Het vissende schip heeft het werktuiglijk voortbewogen schip aan zijn stuurboordzijde. Hoe moet worden gehandeld om een aanvaring te voorkomen?
CorrectIncorrect -
Vraag 22 of 25
22. Question
1 point(s)Voorschrift 3 BVA. In de BVA wordt de situatie ‘beperkt zicht’:
CorrectIncorrect -
Vraag 23 of 25
23. Question
2 point(s)
Voor het oplossen van deze vraag kunt u gebruikmaken van het losse kaartfragment van 1810 in het cursusboek, IJsselmeer, zuidelijk deel, van de afgebeelde stuurtafel en van de variatie uit de kaart.
De in dit vraagstuk gegeven posities zijn ‘ongeveer’ en dienen slechts ter oriëntatie op het kaartfragment.
De peiling op het stuurkompas van de toren van Warder ca. 52°34′ N/005°02′ E is 275°. De afstand bedraagt 3,2 zeemijlen. De voorliggende kompaskoers is 090°. Bepaal de breedte en lengte van deze positie in tienden van minuten nauwkeurig.CorrectIncorrect -
Vraag 24 of 25
24. Question
3 point(s)
Voor het oplossen van deze vraag kunt u gebruikmaken van het losse kaartfragment van 1810 in het cursusboek, IJsselmeer, zuidelijk deel, van de afgebeelde stuurtafel en van de variatie uit de kaart.
De in dit vraagstuk gegeven posities zijn ‘ongeveer’ en dienen slechts ter oriëntatie op het kaartfragment.
De peiling op het stuurkompas van de toren van Warder ca. 52°34′ N/005°02′ E is 275°. De afstand bedraagt 3,2 zeemijlen. De voorliggende kompaskoers is 090°. Bepaal de breedte en lengte van deze positie in tienden van minuten nauwkeurig.CorrectIncorrect -
Vraag 25 of 25
25. Question
2 point(s)Artikel 1 SRE. Het Scheepvaartreglement Eemsmonding geldt in aanvulling op en in afwijking van:
CorrectIncorrect